Cler. Luik, I. 1360-1364 (1360-1366) Den Bosch Heer Henric van Malsen uit Den Bosch beoorkondde tussen 1360 en 1364 vier rechtshandelingen ten behoeve van het gasthuis van Postel. Twee daarvan vonden plaats in Eersel, één in Postel en één in Den Bosch. In de voet van het signet dat hij onder zijn akten plaatste schreef heer Henric steeds: "Henricus de Malsen me fecit". In 1364 trad dominus He(y)nricus van Malsen, priester van het bisdom Luik, in Den Bosch ook op als getuige bij rechtshandelingen ten overstaan van andere notarissen. Hij was toen beneficiant van de St.Jan en werd bij de oprichting van het Bossche kapittel in 1366 één van de eerste dertig kanunniken. Als zodanig werd hij vóór 1393 opgevolgd door heer Jan van Vessem (nr.401). Heer Henric had een wettige zoon Jan die derhalve geboren moet zijn vóór heer Henric in 1364 of eerder tot priester werd gewijd. Hij erfde van zijn vader een huis met erf in de Zadelmakersstraat, nu Schapenmarkt geheten, gelegen tussen erfgoederen van Claes Plaetmaecker en wijlen dominus Egidius de Statera. Deze laatste was in 1366 eveneens kanunnik van de St.Jan geworden. Op 1 oktober 1397 verklaarde Jan dat hij en zijn vader hun leven lang jaarlijks een erfcijns uit hun huis hadden betaald aan het Predikherenklooster, welke cijns nu door dat klooster werd verkocht aan het Bossche smedengilde. Op 22 november 1397 vestigde Jan nog een andere erfcijns op zijn huis die betaald moest worden aan hetzelfde gilde. Jan van Malsen overleed vóór 1422 en liet een natuurlijke zoon achter die eveneens Jan heette. 1) |
Noten | |
1. | Bijlage II 255.1 t/m 255.4, 237.22, 381.2; AAB II, hs. Kievits, p.2, p.3, p.9; Schutjes, Geschiedenis, IV 228; RANB, RRGD 395 (1 okt., 3 okt. en 22 nov.1397); GAH, RA 1175, fo.280r (1371/72), RA 1176, fo.140v (1380/81), RA 1193, fo.155v (14 nov.1422). |
Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 165